Voorzitter, zusteren en broederen, gasten,

Lof zij den helden

Die in ’t verleden

Krachtig door eendracht

Sterk door gebeden

Kloek in den oorlog

Wijs in beleid

’t Land onzer vaad’ren

Hebben bevrijd

Hun zij ons dankbaar

Loflied gewijd

Hun zij ons dankbaar

Loflied gewijd

U vraagt zich af: waar is zij nu mee bezig. Ja, ik ben geboren en niet helemaal getogen Leidenaar, maar toch heb ik een echt Leids hart, spruit van twee Leidse families die traditioneel 3 oktober 1574 vieren, want: Leiden belegerd en ontzet! De viering begint met een grote lichttaptoe ’s avonds 2 oktober door het centrum van Leiden om de helden te eren. Lof zij den helden.

Op 03 oktober komen deze woorden altijd weer bij me naar boven en zing ik even voor mezelf: Lof zij den helden.  Deze week, donderdagmorgen vroeg, om 08.00 uur, klinken er weer koraalliederen in het park onderaan het standbeeld van burgemeester Van der Werf. En altijd wordt dit koraal ook gezongen (ik heb het zelf vele malen gedaan) door de Leidse burgers en dan direct daarna wordt er een krans gehesen op de uitgestoken arm van de burgemeester, waarmee hij zijn zwaard aan de bevolking aanbood om hem te doden en op te eten. Gelukkig is dat niet gebeurd!

Hij was een van de helden maar er worden ook andere namen genoemd, die ik u niet wil onthouden maar waar ik verder niet op inga want dat heeft uw voorzitter vorig jaar al gedaan. Andere helden zijn Jan van Hout, Jan van der Does, Louis de Boisot, Willem Cornelisz van Duijvenbode en Cornelis Joppensz die de ketel met hutspot vond.

Zij worden beschouwd als echte Leidse helden.

Dat bracht mij op de vraag aan mezelf: wat is een held eigenlijk? Wie beschouwen wij als een held? Welke eigenschappen dichten wij toe aan een held?

Ik ben wat gaan spitten hier en daar, vanuit een eerdere bijdrage van mezelf in het kampement en met behulp van een paar filosofen.

Bij een held hoort ontegenzeggelijk de kardinale deugd: moed (fortitudo). De daden van een held dwingen respect af en graag zouden wij wel eens in zijn of haar schoenen willen staan.

Met moed bedoel ik niet de fysieke moed, de moed van de krijgsman en de kleine jongetjes, soms ook nog aanwezig in grote mannen. Deze moed komt voort uit een oer drang om mannelijkheid te bewijzen. De moed waar ik hierover praat is juist de moed van de zachtmoedigen en de helden. Moed heeft vooral te maken met de vraag waarvoor je wel of niet bang moet zijn. Moed is het vermogen om die angst te overwinnen evt. boven jezelf uitstijgend.

Belangrijk is om niet uit het oog te verliezen, dat moed voor alles kan dienen, zowel voor het goede als het kwade. Is moed in het laatste geval nog wel een deugd? Moed in dienst van het fanatisme met als uiting terrorisme? Toch kun je in eerste instantie er niet om heen, dat voor dergelijke daden moed nodig is. Of ligt het toch misschien anders? Is hier sprake van moed of van een daad uit egoïsme, omdat de terrorist onschuldige mensen opoffert voor zijn eigen geluk? Ikzelf spreek in dit geval niet van moed. Want moed heeft in mijn ogen met belangeloosheid  te maken en niet met egoïsme. Een echte held neemt afstand van zijn eigen ego en stelt zich in dienst van iemand anders of van een algemene en edelmoedige zaak. Kant zegt: “Moed is de liefde voor de ander, de bron van al het goede”.

Om moedig te zijn moeten we, zoals gezegd, loskomen van de angst,  want angst verlamt en staat geluk in de weg. Maar moed vraagt meer. Moed vraagt wilskracht om tot daden over te gaan in het hier en nu. Moed bestaat alleen in het heden. Dat je in het verleden moedig bent geweest bewijst niet, dat je het zult zijn in de toekomst en zelfs niet dat je het nu bent. Het gaat er niet om morgen of straks maar nu moedig te zijn. En dan heeft moed ook te maken met wilskracht. Echt moedig willen zijn is voldoende. Dan zijn de angsten overwonnen.

Wat te denken van ons gezegde: “Met de moed der wanhoop?” Hoe kan wanhoop moed schenken? De ware held is degene die niet alleen het gevaar tegemoet treedt, maar in voorkomende gevallen ook de zekerheid van de dood en zelfs de uiteindelijke nederlaag. Ik denk hierbij aan de opstandelingen in het getto van Warschau. Wanhoop kan soms ook moed schenken, omdat er in dit geval niets meer te hopen is, niets meer te vrezen valt, niets meer te verliezen is. “In dat geval”, zegt Aristoteles, “handelen we uit liefde voor  het goede”. En dus met voorbijzien van ons eigen ego en onze eigen belangen.

Fortitudo, moed, zien wij als symbool in onze Orde bij de broederen o.a. in de vorm van een speer.

Zo zijn er langzamerhand wat trefwoorden die m.i. passen bij een held: moed, overwonnen angst, belangeloosheid, wilskracht, handelen uit liefde voor het goede. Misschien hebt u straks zelf ook nog woorden die u in dit rijtje vindt passen.

We zijn weer terug bij het begin: Lof zij den helden! Waren zij dat? Kijkend naar het rijtje woorden zeg ik: ik denk van wel, al ken ik niet alle details van hun verzet.

Nu een stapje verder: kijkend naar de stenen op het Altaar, waarop onze waarden staan afgebeeld: reinheid, vriendschap, liefde, waarheid, trouw (geloof bij de zrn ), hoop en liefdadigheid (barmhartigheid bij de zrn): zijn dat ook niet de woorden die bij echte helden passen? Iedere Odd Fellow kan vanuit die waarden in zijn of haar eigen, kleine omgeving een echte held zijn. Was Thomas Wildey een echte held? Nog meer Odd Fellows waarvan u dat vindt?

Nu nog een stapje verder: zijn er in onze tijd helden die passen bij dit rijtje woorden? Herkennen wij ze? Natuurlijk zijn ze er. Misschien kunt u straks een paar namen noemen, van mensen die uw held zijn.

Dan noem ik tot slot een naam die veel gevallen is afgelopen week: Gretha Thunberg. Is zij een held?  Een boeiende vraag om straks verder over door te praten.

Tot slot wens ik iedereen een fijne 03 oktober, waar u ook bent donderdag, en voor straks een heel gezellige nazitting.

En ik kan het niet laten: Lof zij den helden!

 

Voorburg, 30 september 2019

Arja van der Tuijn

Spreuk:

Ook onder doornstruiken groeien rozen (Erasmus)